Koeien
(não sei)
refr.:
Koeien
Op zaterdagmiddag, bedaard in de wei
Koeien
Een vliegtuig vliegt over, een trein komt voorbij
En stil staan er altijd koeien
Ze staan bij een badkuip met water
Of met hun staart in de lucht, bij 't spoor
Hun goedgele vocht stemt mij rustig
Het klatert minutenlang door
refr.
Ik zit bij 't schrikdraad te kijken
Een pak melk in mijn boodschappentas
Ze staan zo tevreden te kauwen
Ze vragen alleen maar wat gras
refr.
"Nee, maar als je ook nagaat wat koeien de hele dag belangeloos voor ons
staan te maken
Ze maken melk, maar ook karnemelk, boter, yoghurt, biogarde, roer en
stand, linksdraaiend, rechtsdraaiend
Maakt ze helemaal niet uit. Vinden ze helemaal niet erg. Nou. ze maken
vla. Chocoladevla, vanillevla. Hopjesvla, blanke vla, gele vla, de
authentieke koeievla. Natuurlijk zowieso altijd. Maar ook room, zure room,
slagroom
crème fraîche, halvamel, koffieroom, dat soort dingen. Maar ook hele
ingewikkelde dingen. Zoals bijvoorbeeld
yogo- yogo, choc, fristi, en dan ook nog 's een keer biest, hangop,
Jan-in-de-zak, dat soort ouderwetse dingen. En ook
allemaal helemaal belangeloos zonder er ooit iets voor terug te vragen.
Dat vind ik eigenlijk altijd zo ontroerend aan
koeien."
Als alle hoop is verdwenen
En het stormt in mijn wankel bestaan
En ik zit in mijn keuken te wenen
Dan weet ik dat zij er nog staan
refr.
(In die makkelijke pakken)
|
|
